Kunstmeststoffen

Onder de noemer kunstmeststoffen valt in principe alle mest wat niet geproduceerd wordt door een biologisch proces. Dit houdt in dat er voor de productie van kunstmest geen dieren nodig zijn wat bij biologische mest wel het geval is. Kunstmest kan helemaal in een fabriek gemaakt worden. Veel van deze meststoffen zijn zouten waardoor het oplost in water, dit is iets wat heel belangrijk is voor het milieu omdat er anders teveel restanten en bijproducten in de bodem achter blijven. De voornaamste drie ingrediënten zijn kalium, fosfor en stikstof. Daarnaast wordt er ook soms magnesium, koper, fosfor en zwavel toegevoegd

Waarom kunstmest?

De productie van kunstmest neemt minder tijd in beslag en is economischer ten opzichte van biologische meststoffen. Dit houd in dat kunstmest vaak goedkoper is om te produceren. Naast de economische voordelen zijn er ook de praktische voordelen. In gebieden waar er weinig veeteelt is, en dus weinig grondstoffen voor biologische mest, kan de grond toch voldoende bevrucht worden met kunstmest. In China bijvoorbeeld, daar stijgt de vraag naar rundvlees en varkensvlees vele malen sneller dan de productie van graan, wat als voedsel dient voor de dieren. Door kunstmest te gebruiken is het mogelijk om genoeg graan te produceren voor de koeien en varkens zodat de snelst groeiende economie niet stil hoeft te staan.

De soorten kunstmeststoffen

Kunstmeststoffen bestaan in vele soorten en maten, er zijn enkelvoudige varianten en mengsels van verschillende soorten meststoffen, de zogenoemde meervoudige meststoffen. Zowel in vaste vorm als vloeibare vorm worden deze meststoffen toegepast, dit hangt af van het soort gewas er geteeld word. Zo word in de groente teelt in kassen veel gebruik gemaakt van vloeibare kunstmeststof die gemengd word met water zodat de gewassen telkens voldoende voeding krijgen. Sommige kunstmeststoffen kunnen chemische reageren op elkaar. Hierdoor ontstaat er een bijproduct wat niet opgelost kan worden en wat dus in de bodem blijft. Daarom zijn er voor de bemesting van gewassen twee categorieën gemaakt: de A-bak en de B-bak zodat de kunstmeststoffen goed gescheiden blijven.

Milieu

Tevens is het belangrijk dat er precies genoeg kunstmest word gegeven aan de gewassen. Als er teveel bemest word kunnen de planten niet alles opnemen en lost de mest op en dan komen alle stoffen in het grondwater en in de rivieren terecht wat voor problemen zorgt voor het milieu. Als er teveel meststof in de rivieren en sloten komt dan groeien er veel te veel algen die al het zuurstof uit het zoete water halen. De rivieren stromen dan in de zee zonder voedingsmiddelen en ontstaan er zogenoemde dode zones waar geen plant of vis meer kan leven.